Nat grasland met veel houtwallen
In de jaren 90 werd ten noorden van het bekende Zwillbrocker Venn 45 hectare akkerland aangekocht door de NRWStiftung Natur-Heimat-Kultur. Het Biologisch Station Zwilbrock heeft daarna diverse ingrepen gedaan ter bevordering van de natuur. Zo ontstond uit een nagenoeg uitgekleed cultuurlandschap een nat graslandgebied met veel houtwallen, poelen, heide, braakliggende terreintjes en moerasjes. Bijzonder zijn de vele plantensoorten van voedselarme vennen zoals moerashertshooi en moerasweegbree.
Bij de poelen broeden dodaars, rietgors en diverse soorten ganzen en eenden. Het in het voorjaar overstroomde grasland trekt trekvogels aan en is een broedplek voor kievit en gele kwikstaart. Zangvogels als spotvogel, grasmus en geelgors profiteren van de vele houtwallen.